Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA)
ZZP'er of werknemer: risico voor opdrachtgever
Het is van belang dat opdrachtgevers de arbeidsrelatie met zzp’ers beoordelen om mogelijke fiscale claims te voorkomen. Bij het aangaan van een arbeidsrelatie met een zzp’er moet, aan de hand van de feitelijke (arbeids)omstandigheden, beoordeeld worden of er sprake is van een dienstbetrekking c.q. inhoudingsplicht voor de loonheffingen. Ook als een opdrachtnemer zich als zzp’er presenteert, kan er sprake zijn van een (fictieve) dienstbetrekking. De Belastingdienst kan dan een naheffingsaanslag inclusief boete opleggen aan de opdrachtgever. Dit risico is ook aanwezig als een zzp’er via een B.V. werkt.
Om dit risico te beperken werd in de praktijk vaak contractueel overeengekomen dat de zzp’er een goede VAR moet overleggen. Als de zzp’er een VAR WUO/DGA kon overleggen en aan bepaalde voorwaarden voldeed, was de opdrachtgever gevrijwaard van naheffingsaanslagen loonheffingen.
VAR afgeschaft
Per 1 mei 2016 is de VAR verdwenen en daarmee ook de fiscale vrijwaring voor opdrachtgevers. Er is een coulance periode waarin in principe nog niet handhavend wordt opgetreden door de Belastingdienst, tenzij sprake is van kwaadwillenden. De Belastingdienst gaat uit van kwaadwillendheid als de opdrachtgever 'opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten - dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. Om dit te voorkomen moet de opdrachtgever actief toetsen of de zzp’er mogelijk een (fictieve) dienstbetrekking heeft.
De handhaving wordt opgeschort tot 1 januari 2020. Vanaf dat moment verwacht het kabinet de Wet DBA te vervangen door nieuwe wet- en regelgeving.
Werkt uw organisatie met zzp'ers?
Wilt u weten welke maatregelen u kunt treffen? Of welke andere mogelijkheden u heeft? De specialisten van Forvis Mazars brengen u graag op de hoogte, zodat u uw risico’s kunt beperken en optimaal gebruik kunt maken van de mogelijkheden.