Eindejaarstips voor werknemers en werkgevers
2024 is in zicht. Welke acties moet u nog nemen (of eventueel uitstellen) om de fiscale faciliteiten volledig te benutten? Wij hebben de belangrijkste fiscale tips voor u op een rij gezet.
Met CBAM wil de EU producenten buiten de EU belasten “ op koolstofemissies tijdens de productie van goederen die in de EU worden ingevoerd (de zogenaamde ingebedde emissies). Sinds 1 oktober 2023 moeten bedrijven gegevens verzamelen over de ingebedde emissies van hun ingevoerde goederen (CBAM) en elk kwartaal een CBAM-rapport indienen. Per 1 januari 2026 treedt de CBAM daadwerkelijk in werking.
De Europese Commissie heeft een voorstel uitgebracht om misbruik van lege entiteiten (brievenbusvennootschappen) voor oneigenlijke belastingdoeleinden tegen te gaan. De kern van het voorstel is dat dergelijke lege entiteiten, ongeacht de juridische rechtsvorm, niet meer in aanmerking komen voor bepaalde belastingvoordelen uit belastingverdragen en het Europese recht.
Indien de Europese lidstaten deze richtlijn aannemen en implementeren in de nationale wetgeving, gaan deze regels naar verwachting in op 1 januari 2025. De richtlijn kent echter een terugkijkperiode van twee jaar. Dit houdt in dat 2023 en 2024 ook van belang zijn bij het beoordelen of de maatregelen van toepassing zijn.
Kwalificatieverschillen van rechtsvormen tussen belastingstelsels in verschillende landen kunnen leiden tot ongewenste hybride mismatches. Het wetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen’ beoogt de oorzaak van dergelijke hybride mismatches weg te nemen. Naar verwachting treedt deze wet deels op 1 januari 2024 in werking.
Middels deze wet wordt het Nederlandse kwalificatiebeleid voor buitenlandse rechtsvormen op basis van de rechtsvormvergelijkingsmethode wettelijk vastgelegd. Deze methode houdt in dat bepaalde civielrechtelijke kenmerken vergeleken worden met die van Nederlandse rechtsvormen. Indien er een vergelijkbare Nederlandse rechtsvorm is, wordt het buitenlandse lichaam voor fiscale doeleinden op dezelfde wijze behandeld als het Nederlandse lichaam. Mocht er echter geen vergelijkbare Nederlandse rechtsvorm voorhanden zijn, dan worden twee aanvullende kwalificatiemethoden (de vaste methode en de symmetrische methode) gehanteerd om alsnog een oplossing te bieden.
Daarnaast beoogt het wetsvoorstel om de zelfstandige vennootschapsbelastingplicht van de open commanditaire vennootschap met ingang van 1 januari 2025 te laten vervallen. Dit leidt ertoe dat alle bestaande open commanditaire vennootschappen als fiscaal transparant worden aangemerkt. De bezittingen en schulden, alsmede de opbrengsten en uitgaven van de commanditaire vennootschap worden daardoor direct toegerekend aan de commanditaire vennoten naar rato van ieders gerechtigdheid.
De EU heeft een richtlijn gepubliceerd inzake het publiceren van Country-by-Country Reporting gegevens, ook wel bekend als ‘Public CbCR’. De richtlijn heeft tot gevolg dat bedrijven, waarbij de geconsolideerde wereldwijde omzet over twee opeenvolgende boekjaren € 750 miljoen overschrijdt, een overzicht moeten openbaren waarin onder andere de totale winst en de betaalde winstbelasting worden opgenomen. De Nederlandse implementatiewet zal van toepassing zijn op boekjaren die beginnen op of na 22 juni 2024.
Dit wetsvoorstel ziet op de automatische informatie-uitwisseling voor exploitanten van digitale platforms. Europese digitale platforms worden vanaf 1 januari 2023 verplicht de gegevens over verkopers die gebruikmaken van deze platformen te verzamelen en te registreren. Vanaf 2024 zijn digitale platformen voor het eerst verplicht om de gegevens te rapporteren aan de belastingautoriteiten over het kalenderjaar 2023. De nationale belastingautoriteiten wisselen vervolgens deze gegevens automatisch uit met de andere EU-lidstaten.
Het wetsvoorstel ‘Wet minimumbelasting 2024’ (dat de implementatiewet van de EU Pillar 2-richtlijn vormt) dient tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van 15% effectieve winstbelastingheffing van multinationale groepen en omvangrijke binnenlandse groepen. De wet zal voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31 december 2023. De wet is in principe van toepassing op groepsentiteiten (waaronder ook op een vaste inrichting van een entiteit die onderdeel is van een multinationale groep) met betrekking tot een verslagjaar als de geconsolideerde groepsomzet in ten minste twee van de vier voorafgaande verslagjaren € 750 miljoen of meer bedraagt.
Naar verwachting worden, met ingang van 1 januari 2024, nieuwe maatregelen ingevoerd om de aanpak van dividendstripping te versterken. Zo wordt onder andere:
Op grond van de ‘Wet bronbelasting 2021’ wordt een bronbelasting geheven op royalty- en rentebetalingen aan lichamen in een laagbelastend land (<9% winstbelastingtarief) en in misbruiksituaties. Per 1 januari 2024 wordt deze wet uitgebreid, zodat ook dividenduitkeringen aan lichamen in een laagbelastend land en in misbruiksituaties worden belast met Nederlandse bronbelasting. Het doel vandeze uitbreiding is het zoveel mogelijk aan banden leggen van dividendstromen vanuit Nederland naar laagbelastende landen. Het tarief van de bronbelasting is gelijk aan het hoogste tarief in de vennootschapsbelasting.
Wilt u graag meer weten over een onderwerp die voorkomt in deze eindejaarstips? Neem dan contact op met Dominique Belt - van Maurik, per e-mail of per telefoon: +31 (088) 277 24 40 en Rick van Horik, per e-mail of per telefoon: +31 (088) 277 16 24. Zij helpen u graag verder.
Deze website maakt gebruik van cookies.
Sommige zijn noodzakelijk, andere helpen ons bij het analyseren van het gebruik van de website, dienen advertenties of zorgen voor een gepersonaliseerd websitebezoek.
In onze privacy policy vindt u meer informatie over de cookies die wij gebruiken.
Zonder deze cookies functioneert deze website niet optimaal.
Deze cookies helpen ons deze website te verbeteren door informatie te vergaren over het gebruik hiervan.
Met behulp van deze cookies kunnen wij de relevantie van onze advertenties vergroten.