
Inzichten uit de eerste duurzaamheidverslagen van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven
In dit artikel bespreken wij de volgende belangrijke punten:
- De meerderheid van de beursgenoteerde bedrijven in Amsterdam heeft vrijwillig volledige CSRD-verslagen gepubliceerd.
- Duurzaamheidsverklaringen zijn veel langer dan duurzaamheidsverslagen van voorgaande jaren.
- Belangrijkste gerapporteerde ESRS-normen hebben betrekking op E1 ‘Klimaatverandering’, S1 ‘Eigen personeel’ en G 'Bedrijfsvoering'.
- Aanzienlijke toename van gerapporteerde duurzaamheidskwesties vergeleken met vorige rapporten.
- De betrokkenheid van belanghebbenden is breed en omvatte twaalf categorieën.
- Er is enige vooruitgang geboekt op het gebied van klimaatmaatregelen en een aanzienlijk aantal bedrijven heeft klimaatveranderingsplannen ontwikkeld waarin de belangrijkste aspecten aan bod komen.
Meerderheid van beursgenoteerde bedrijven in Amsterdam heeft vrijwillig volledig CSRD-compliant verslag gepubliceerd
Op basis van onze analyse (85 verslagen gepubliceerd van 1 januari tot 14 april 2025) hebben 72 “Wave 1” bedrijven een volledig compliant CSRD-rapport gepubliceerd. Hoewel CSRD niet is omgezet in Nederlandse wetgeving, hebben deze bedrijven vrijwillig gerapporteerd in lijn met de eisen van de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) en hebben zij in ieder geval een beperkte mate van zekerheid gekregen. Vier bedrijven hebben ervoor gekozen om niet op vrijwillige basis te rapporteren, waarvan er één zou worden uitgesloten van rapportage als de drempel van 1.000 FTE, zoals voorgesteld in het Omnibus Content voorstel, wordt geïmplementeerd. Ten minste negen andere bedrijven hebben gedeeltelijk bijgewerkte jaarverslagen gepubliceerd ter voorbereiding op de CSRD-rapportage. Hoewel ze na de Omnibus waarschijnlijk alle negen zullen worden uitgesloten van verplichte rapportage omdat zij minder dan 1.000 werknemers hebben.
Houd er rekening mee dat wij voor onze verdere analyse alleen de volledig compliant informatie van 72 Nederlandse ondernemingen hebben meegenomen, tenzij specifiek anders vermeld.
Duurzaamheidsverklaringen zijn veel langer dan duurzaamheidsverslagen uit voorgaande jaren
Zoals in heel Europa is gemeld, heeft het voldoen aan de uitgebreide set datapunten in het ESRS de omvang van duurzaamheidsverklaringen aanzienlijk vergroot ten opzichte van voorgaande jaren. Nederlandse duurzaamheidsverklaringen zijn nu gemiddeld 91 pagina's lang (minimaal 38 en maximaal 217), vergeleken met de pre-CSRD rapportage van gemiddeld 36 pagina's in 2023. Dit is gebaseerd op een steekproef van 49 beursgenoteerde ondernemingen.
De belangrijkste gerapporteerde ESRS-normen hebben betrekking op E1 ‘Klimaatverandering’, S1 ‘Eigen personeel’ en G ‘Bedrijfsvoering’
De sectoren productie (29), financiële dienstverlening (13) en informatie en communicatie (6) vormen het grootste deel van de rapportagepopulatie. S1 ‘Eigen personeel’ (alle bedrijven), E1 ‘Klimaatverandering’ (99%) en G1 ‘Bedrijfsvoering (88%) zijn de meest gerapporteerde huidige standaarden, terwijl S3 'Getroffen gemeenschappen’ (28%) de minst gerapporteerde is. Er is een diverse spreiding van rapportage binnen sectoren, hoewel zoals te verwachten bedrijven met een grote fysieke voetafdruk over het algemeen over meer standaarden rapporteren dan bedrijven met een kleinere voetafdruk.
Onderstaande grafiek toont een heatmap van de rapportage in verschillende sectoren. Een lege cel geeft aan dat het onderwerp in geen van de verslagen in de sector is opgenomen, terwijl volledig gearceerde cellen aangeven dat het onderwerp in alle verslagen is opgenomen.
Aanzienlijke toename van gerapporteerde duurzaamheidskwesties vergeleken met eerdere rapportage
Bedrijven hebben voor het eerst CSRD geïmplementeerd, hun processen zijn volwassener geworden en hebben afspraken gemaakt met assurance providers, waardoor er meer materiële kwesties zijn geïdentificeerd. Het gemiddelde Nederlandse bedrijf rapporteerde dit jaar over 15 materiële onderwerpen, in vergelijking met 11 vorig jaar (waarbij moet worden opgemerkt dat wij 49 verslagen van het voorgaande jaar hebben geanalyseerd).
Sterke focus op negatieve gevolgen en risico's
Gemiddeld werden 22 gevolgen, risico's en kansen (IRO's) als materieel aangemerkt. Er is een grote diversiteit in de manier waarop de uitkomsten van DMA's, duurzaamheidskwesties en geïdentificeerde IRO's bekend worden gemaakt. Dit maakt het moeilijk om de informatie te vergelijken. Sommige entiteiten hebben bijvoorbeeld de neiging om duurzaamheidskwesties op onderwerpniveau te rapporteren (bijv. klimaatverandering), waardoor alle potentiële IRO's in één item worden samengevat en het onduidelijk is waar de onderliggende IRO's betrekking op hebben. Risico's en negatieve gevolgen vormen twee derde van alle geïdentificeerde IRO's. Zoals verwacht wijkt de financiële sector hiervan af, met een veel grotere focus op risico's (61% van alle IRO's).
Stakeholderbetrokkenheid is breed
Op basis van de gepubliceerde rapporten hebben wij 12 groepen geïdentificeerd waarin de meeste betrokkenheid kan worden gecategoriseerd. In de onderstaande figuur zijn de geïdentificeerde groepen stakeholders opgenomen. Hoe kleiner de stakeholder is afgebeeld, hoe minder vaak deze betrokken is bij stakeholderbetrokkenheid.
De mate van betrokkenheid van belanghebbenden in de verschillende sectoren is het hoogst in transport en retail (gemiddeld 8 groepen belanghebbenden betrokken) en het laagst in vastgoed en horeca (3). Directe betrokkenheid (bijv. vergaderingen, één-op-één gesprekken) en enquêtes zijn de meest voorkomende methoden van betrokkenheid, hoewel er ook specifieke vormen van op maat gemaakte betrokkenheid worden gerapporteerd voor verschillende stakeholdercategorieën.
Voor werknemers omvat dit town hall meetings en training, jaarlijkse rapportage en conferenties voor investeerders, feedbackworkshops voor klanten en het gebruik van gedragscodes en contractvoorwaarden voor leveranciers. Wij zijn van mening dat bilaterale, op duurzaamheid gerichte en voorafgaande betrokkenheid van belanghebbenden een van de cruciale elementen is voor een effectief DMA-proces.
Er is enige vooruitgang geboekt op het gebied van klimaatactie
Ondanks de uitdagingen en tegenslagen die wereldwijd worden ervaren bij het beperken van de klimaatverandering, is het bemoedigend om te zien dat 66% van de gerapporteerde bedrijven een overgangsplan voor klimaatverandering heeft met ten minste een doelstelling voor Netto Nul in 2050 en een mitigatieplan. De transitieplannen geven aan dat ze zijn ingebed in de bedrijfsstrategie en zijn opgenomen in de financiële planning. De transitieplannen zijn op het hoogste niveau goedgekeurd. Nog eens 26% van de bedrijven gaf aan ten minste enkele van deze elementen te hebben opgenomen, terwijl 5% al was begonnen met de ontwikkeling van overgangsplannen.
Conclusie
Uit de eerste gepubliceerde jaarverslagen blijkt dat de overgrote meerderheid van de bedrijven informatie heeft gepubliceerd die voldoet aan de CSRD. De publicatie van deze toelichtingen heeft een aantal belangrijke inzichten opgeleverd in de breedte, reikwijdte en aard van duurzaamheidskwesties waarmee bedrijven in Nederland te maken hebben. Entiteiten die verwachten in de toekomst te rapporteren (bijvoorbeeld Wave 2 in 2027) kunnen waardevolle inzichten opdoen door zichzelf met deze bedrijven te vergelijken. Om onze klanten in dit proces te ondersteunen, zullen wij de ontwikkelingen de komende maanden blijven volgen en analyseren. Houd voor toekomstige updates onze website in de gaten of neem contact op met Ron Horsmans of Annelot Kosman.