De belangrijkste fiscale tips voor particulieren
Schenkingen: benutting van (jaarlijkse) vrijstellingen en/of tarieven
Door te schenken vermindert uw vermogen en kunt u optimaal gebruik maken van vrijstellingen en progressieve tarieven voor de schenkbelasting. Jaarlijks kunt u € 6.713 (2025) belastingvrij schenken aan uw kinderen. In alle andere gevallen kunt u jaarlijks € 2.690 (2025) belastingvrij schenken.
Voor schenkingen van ouders aan kinderen tot 40 jaar geldt onder voorwaarden een eenmalige verhoogde vrijstelling van schenkbelasting van € 32.195 (2025).
Het meerdere is tot een schenking van € 154.197 (2025) belast tegen 10 procent (schenking aan partner of kind), 18 procent (schenking aan kleinkind) of 30 procent (schenking aan anderen) en daarboven tegen 20 procent (schenking aan partner of kind), 36 procent (schenking aan kleinkind) of 40 procent (schenking aan anderen).
Schenking via notariële schuldigerkenning
Door te schenken via een zogenoemde notariële schuldigerkenning kan het liquiditeitsbeslag worden beperkt. Het geschonken bedrag wordt als het ware onmiddellijk teruggeleend van de verkrijger. Bij een schenking onder schuldigerkenning is de schenker om fiscale redenen in beginsel verplicht jaarlijks 6 procent rente te vergoeden aan de verkrijger. Deze rente moet jaarlijks daadwerkelijk worden betaald. Een gunstig effect hiervan is dat de verplichte jaarlijkse rentebetaling feitelijk een schenkbelastingvrije vermogensoverheveling vormt. Uiteraard dient onder meer rekening te worden gehouden met het liquiditeitsbeslag van de jaarlijkse levenslange renteverplichting alsmede de druk die dit (ook in een latere levensfase) kan leggen op de vermogenspositie van de schenker.
Het erkende schuldbedrag vertegenwoordigt een vordering voor diegene die het ontvangt. Deze vordering is in beginsel pas opeisbaar bij overlijden van de schenker. Het schuldig erkende bedrag vormt voor de schenker in de inkomstenbelasting een schuld in box 3 en voor de verkrijger een bezitting in box 3. Momenteel worden schulden voor een lager forfaitair percentage in de box 3-heffing betrokken dan corresponderende vorderingen (tenzij het werkelijke rendement op het totale vermogen lager is). Hiermee gaat box 3-neutraliteit op familieniveau in beginsel verloren. Wanneer evenwel een potentiële besparing van erfbelasting, het beperkte(re) liquiditeitsbeslag en de jaarlijkse rentebetaling wordt meegewogen, kan schenken via schuldigerkenning uit vrijgevigheid een interessante optie zijn.
Betaling rente bij schenking onder schuldigerkenning
Bij een schenking onder schuldigerkenning is de schenker verplicht jaarlijks 6 procent rente te vergoeden aan de verkrijger. Om te voorkomen dat de schenker het genot heeft behouden van de schuldig erkende bedragen is het van belang dat de verschuldigde rente daadwerkelijk wordt betaald. Het einde van het jaar is een passend moment om deze schenkingsrente te voldoen. Bewaar de bankafschriften waaruit de rentebetalingen blijken goed.
Schenken aan goede doelen
Als u schenkt vanuit privé aan een goed doel (een algemeen nut beogende instelling of een steunstichting sociaal belang behartigende instelling) kunt u onder omstandigheden een beroep doen op de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen gewone giften en periodieke giften. Periodieke giften moeten schriftelijk zijn vastgelegd voor een periode van minimaal vijf jaar en de aftrek is beperkt tot € 1.500.000 per jaar. De aftrek van gewone giften is beperkt door een drempel en een plafond die afhankelijk zijn van uw inkomen. Door dit jaar nog te schenken aan goede doelen kunt u inkomstenbelasting besparen. Op aftrek van een gift aan een culturele instelling wordt een verhoging toegepast van 25 procent (tot maximaal € 1.250 verhoging).
Schenken vanuit bv aan goede doelen
Als u vanuit een bv aan een goed doel (een algemeen nut beogende instelling of een steunstichting sociaal belang behartigende instelling) schenkt zonder zakelijk motief, wordt deze schenking aangemerkt als een belaste dividenduitkering aan de aandeelhouder, indien deze schenking meer bedraagt dan de maximale giftenaftrek in de aangifte vennootschapsbelasting. Deze bedraagt ten hoogste 50 procent van de winst, met een maximum van € 100.000.
Optimalisatie box 3-positie
Op dit moment bestaan in box 3 twee mogelijkheden om het rendement op uw vermogen te bepalen. In het wettelijke systeem wordt uw inkomen op een forfaitaire wijze bepaald. Maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat u ook uw werkelijke rendement als uitgangspunt mag nemen als dat lager is dan uw forfaitaire rendement. Inmiddels kunt u uw werkelijke rendement door middel van een speciaal formulier van de Belastingdienst aantonen binnen de daarvoor geldende termijnen. Voor het belastingjaar 2020 geldt dat u uiterlijk dit jaar (2025) nog een verzoek tot ambtshalve vermindering kan indienen bij de Belastingdienst.
U kunt uw forfaitaire rendement voor het belastingjaar 2026 nog in 2025 optimaliseren, omdat uw vermogen op 1 januari 2026 bepalend is voor uw forfaitaire rendement over het belastingjaar 2026. Door bijvoorbeeld nog in 2025 te beleggen in groene beleggingen (in 2026 vrijgesteld tot € 26.715 per persoon; € 53.430 voor fiscale partners tezamen) of schenkingen of grotere aankopen te doen, verlaagt u uw box 3-heffing in 2026.
Dividend uitkeren
In de inkomstenbelasting blijft het hoge box 2-tarief voor dividenduitkeringen per 1 januari 2026 gelijk, namelijk 31 procent. Dit tarief is van toepassing bij een inkomen vanaf € 68.843 (€ 137.686 bij fiscaal partnerschap). Het lage box 2-tarief van 24,5 procent (bij een inkomen tot € 68.843 / € 137.686) blijft eveneens gelijk ten opzichte van 2025. Indien u overweegt om een dividend uit te keren dat groter is dan de eerste schijf, dan kunt u overwegen om deze dividenduitkering te verspreiden over 2025 en 2026 om tweemaal gebruik te maken van het lage tarief. Houd er wel rekening mee dat dividenduitkeringen sinds 2025 ook invloed kunnen hebben op de hoogte van uw algemene heffingskorting en de ouderenkorting.
Bovenmatig lenen bij eigen bv
Sinds 2023 wordt bovenmatig lenen van de eigen bv met specifieke wetgeving ontmoedigd. Aanmerkelijkbelanghouders moeten bij de aangifte 2025 in beginsel inkomstenbelasting in box 2 betalen als ze op 31 december 2025 meer dan € 500.000 (2024: € 500.000) lenen van hun eigen bv. Ook leningen aan verbonden personen kunnen daarbij meetellen. Deze heffing kan worden voorkomen door schulden aan de eigen bv voor het einde van dit jaar af te lossen tot € 500.000. Het reduceren van uw schulden kan ook vanuit uw vermogenspositie in privé passend zijn.
Middellijke lucratieve belangen
Het effectieve tarief voor inkomen uit middellijk gehouden lucratieve belangen wordt verhoogd in box 2 door de introductie van een multiplier. Deze multiplier leidt met ingang van 2026 tot een verhoging naar 28,45 procent (in plaats van 24,5 procent) in de eerste schijf van box 2 of 36 procent (in plaats van 31 procent) in de tweede schijf van box 2. Als dividenden uit middellijk gehouden lucratieve belangen nog in 2025 in box 2 worden genoten, kan dat een belastingbesparing opleveren. Voorwaarde is wel dat de voordelen (dividenden) die worden ontvangen door de houdstervennootschap in 2025 voor minimaal 95 procent worden uitgekeerd aan de aandeelhouder.
Loon directeur-grootaandeelhouder
Als u werkt voor uw eigen bv wordt u geacht een loon te ontvangen dat ‘gebruikelijk’ is. Dit gebruikelijk loon is belast met loonheffingen. Het gebruikelijk loon is minimaal het hoogste van de volgende bedragen:
- het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het loon van de meestverdienende werknemer binnen de bv;
- het wettelijk vastgestelde bedrag van € 56.000 (2025).
Indien u kunt aantonen dat het hoogste van deze drie bedragen hoger is dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het gebruikelijk loon vastgesteld op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het einde van het jaar vormt een goed moment om na te gaan of uw loon van uw eigen bv voldoet aan de wettelijke criteria voor het gebruikelijk loon.
Uitvoering periodiek verrekenbeding
Als in de huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen, is het raadzaam om dit tijdig uit te (laten) voeren. Op basis van een periodiek verrekenbeding dienen echtgenoten de inkomsten die in het verstreken jaar zijn gespaard met elkaar volgens afspraak te verrekenen. De jaarwisseling is een geschikt moment om de jaarlijkse financiële balans op te maken. In de praktijk blijkt vaak dat echtgenoten tijdens het huwelijk geen uitvoering geven aan een periodiek verrekenbeding. In dat geval is het raadzaam tot een opschoning te komen.
Meer weten over bovenstaande eindejaarstips?
Wilt u graag meer weten over een onderwerp uit deze eindejaarstips? Uw Forvis Mazars adviseur helpt u graag verder.